In deeltijd het werk doen

Vul steeds eerst de verleden tijd en dan het voltooid deelwoord (of de deelwoordvorm) in.
Luister naar de klank in de verleden tijd om de laatste letter van het deelwoord te weten.

Vul alle antwoorden in.
Druk dan op "Nakijken" om de antwoorden te controleren.
Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen.
Let wel op: je verliest punten, als je hints of aanwijzingen vraagt!
De agent (arresteren) de dief onmiddellijk na de overval.
De agent heeft de inbreker met enige moeite (arresteren).
De leerling (pakken) het etui met de tekenspullen.
De leerling heeft de nieuwe pen uit het laatje (pakken).
De jongen (schreeuwen) van de pijn na de ongelukkig val.
Het meisje met het gebroken heeft (schreeuwen) van de pijn.
De moeder (halen) in één keer zoveel mogelijk boodschappen.
De vader heeft de auto voorzichtig uit de garage (halen).
Ik (eten) de gebakken aardappelen met veel smaak op.
De jongen heeft de spruitjes niet op (eten).
De walvisjager (raken) de Blauwe Vinvis gelukkig niet.
De jager heeft de enorme neushoorn niet (raken).
Het meisje (sturen) een kaartje naar de jarige oma.
De jongen heeft een kaartje aan het aardige meisje (sturen).
De reparatie van de fiets (kosten) nogal wat geld.
De reparatie van de auto heeft een vermogen (kosten).
De vader (branden) zich aan de uitlaat van de auto.
Het jongetje heeft zich aan de hete pan (branden).
De speler (raden) het goede antwoord helaas niet.
De spelers hebben het juiste antwoord helaas niet (raden).
De antilope (vluchten) voor de aanstormende leeuwin.
De wapiti is haastig voor de tijger (vluchten).
De leerling zuchtte (zuchten) tijdens de moeilijke repetitie.
De leerling heeft na de taalles maar eens diep (zuchten).
De meesterinbreker (kraken) de brandkast binnen enkele minuten.
De dief heeft de combinatie van de kluis (kraken).
De leraar (praten) de hele les over de Tweede Wereldoorlog.
De leraar heeft bij de geschiedenisles over de oorlog (praten).
De keeper (gooien) de bal naar een achterhoedespeler.
De voetballer heeft de bal vanaf de zijlijn in (gooien).