Delen of telen

Vul steeds eerst de verleden tijd en dan de deelwoordvorm (of het voltooid deelwoord) in.

Vul alle antwoorden in.
Druk dan op "Nakijken" om de antwoorden te controleren.
Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen.
Let wel op: je verliest punten, als je hints of aanwijzingen vraagt!
De keeper (proberen - vt) de keiharde knal te stoppen.
De keeper heeft (proberen) de harde knal te stoppen.
De jongen (luisteren - vt) naar het muziekprogramma.
De jongen heeft naar het muziekprogramma (luisteren).
Het meisje (poetsen - vt) haar nieuwe racefiets.
Het meisje heeft haar nieuwe racefiets (poetsen).
Het publiek (juichen - vt) uitbundig bij het eindsignaal.
Het publiek heeft luid (juichen) bij het eindsignaal.
De teenager (amuseren - vt) zich uitstekend tijdens de film.
De teenager heeft zich tijdens de film goed (amuseren).
De schilder (schilderen - vt) de kozijnen bruin.
De schilder heeft de kozijnen bruin (schilderen).
De loodgieter (werken - vt) tot laat in de avond door.
De loodgieter heeft tot laat in de avond door (werken).
De kogel (raken - vt) de roos net niet.
De kogel heeft de roos net niet (raken).
De waakzame hond (horen - vt) een verdacht geluid.
De waakzame hond heeft een verdacht geluid (horen).
De voetballer (scoren - vt) een prachtig doelpunt.
De voetballer heeft een prachtig doelpunt (scoren).
De turnster (maken - vt) een gewaagde salto.
De turnster heeft een gewaagde salto (maken).
De popgroep (spelen - vt) een zeer bekend nummer.
De popgroep heeft een zeer bekend nummer (spelen).
De leeuwin (staken - vt) de aanval op de antilope.
De leeuwin heeft de aanval op de antilope (staken).
De automobilist (stoppen - vt) voor het verkeerslicht.
De automobilist heeft voor het verkeerslicht (stoppen).
De jongen (ruilen - vt) het beschadigde cadeau.
De jongen heeft het beschadigde cadeau (ruilen).