De verleden tijd slaat op hol

Zet de zinnen in de verleden tijd en vul de deelwoordvorm (of het voltooid deelwoord) in.

Vul alle antwoorden in.
Druk dan op "Nakijken" om de antwoorden te controleren.
Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen.
Je kunt ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen.
Let wel op: je verliest punten, als je hints of aanwijzingen vraagt!
De kok (branden) zijn vingers aan de hete pan.
De koks (branden) hun vingers aan de hete pannen.
De ober heeft zijn vingers aan de verwarmingsplaat .
Het vliegtuig (landen) met enige vertraging.
De vliegtuigen (landen) op het mistige vliegveld.
De piloot is in een bergachtig gebied (landen).
De student (werken) aan een zwaar tentamen.
De leerlingen (werken) aan een boeiend werkstuk.
De barkeeper heeft tot diep in de nacht (werken).
De jager (raken) het verminkte konijn.
De walvisjagers (raken) de walvis gelukkig niet.
De walvis is niet door de harpoen (raken).
De reiziger (spoeden) zich naar de stadsbus.
De reizigers (spoeden) zich naar de vertraagde trein.
De mensen hebben zich naar de treinen (spoeden).
Ik (vinden) deze Suske & Wiske niet echt sterk.
De kinderen (vinden) het stripboek heel boeiend.
Wij hebben deze jeugdboeken heel goed (vinden).
De man (worden) in december 84 jaar oud.
De wielrenners (worden) met gemak ingehaald.
Wat is er van hem eigenlijk (worden)?
De voetballer (zweten) door de krachtsinspanning.
De boksers (zweten) tijdens de inspannende wedstrijd.
Jij hebt met het voetballen behoorlijk (zweten).
Ik (heten) jullie van harte welkom in ons huis.
De jarige broers (heten) ons van harte welkom.
De gasten werden hartelijk welkom (heten).
De tennisspeler (rusten) uit na de zware game.
De hockeyspelers (rusten) uit na de verdiende overwinning.
Hij heeft na de wedstrijd slechts even (rusten).
Hij (wonen) al jaren in die torenflat.
De krakers (wonen) al jaren in dat bouwvallige pand.
Zij heeft haar hele leven in dat dorp (wonen).
Ik (raden) het getal helaas niet.
De kinderen (raden) het getal onder de tien niet.
Zij hebben het goede getal niet (raden).