De onderwijzeressen geven de kinderen huiswerk op. de kinderen huiswerk op.
De prinsessen rijden in een fraaie glazen koets. in een fraaie glazen koets.
De haviken vallen de nietsvermoedende vogeltjes aan. de nietsvermoedende vogeltjes aan.
De kieviten leggen de eieren in een kuiltje in de grond. de eieren in een kuiltje in de grond.
De leeuwinnen halen de antilope al snel in. de antilope al snel in.
De bangeriken verschuilen zich achter de struiken. zich achter de struiken.
De perziken bederven al gauw door het warme weer. al gauw door het warme weer.
De hagedissen vluchten voor het dreigende gevaar. voor het dreigende gevaar.
De monniken leiden de gasten door het klooster. de gasten door het klooster.
De timmerlieden houden de zware planken goed vast. de zware planken goed vast.
De schepen varen de haven van Rotterdam binnen. de haven van Rotterdam binnen.
De kalveren worden in een heel klein hok grootgebracht. in een heel klein hok grootgebracht.
De zeelieden schrobben het dek van het schip grondig. het dek van het schip grondig.
De smeden bewerken het gloeiendhete ijzer met een hamer. het gloeiendhete ijzer met een hamer.
Het glas valt van het afdruiprek op de grond. van het afdruiprek op de grond.
Het schip maakt zware slagzij door de hevige storm. zware slagzij door de hevige storm.
Het museum wordt ‘s zomers door veel mensen bezocht. ‘s zomers door veel mensen bezocht.
De wolf beschermt de jongen tegen het dreigende gevaar. de jongen tegen het dreigende gevaar.
De vaas hoort op de kast in de kamer te staan. op de kast in de kamer te staan.
De haas vlucht voor het hermelijntje. voor het hermelijntje.
De laars blijft vastzitten in de modder. vastzitten in de modder.
Het cadeau wordt aan de jarige gegeven. aan de jarige gegeven.
De roos verwelkt snel door de warmte in de kamer. snel door de warmte in de kamer.
De auto rijdt met grote snelheid door het stoplicht. met grote snelheid door het stoplicht.
De eieren van de kievit liggen in een kuiltje in de grond. ligt in een kuiltje in de grond.
De begonia's worden goed verzorgd door de klassendienst. goed verzorgd door de klassendienst.
De Engelsen brengen een kort bezoek aan Nederland. een kort bezoek aan Nederland.
De Fransen bezoeken een aantal grote Nederlandse musea. bezoekt een aantal grote Nederlandse musea.
De taxi's halen de passagiers op bij het station. de passagiers op bij het station.
De kinderen schrijven de laatste zin van het dictee op. de laatste zin van het dictee op.