Madelief achter het stuur (Guus Kuijer)

Zet de zinnen in de tegenwoordige tijd.

Vul alle antwoorden in.
Druk dan op "Nakijken" om de antwoorden te controleren.
Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen.
Let wel op: je verliest punten, als je hints of aanwijzingen vraagt!
Madelief (hebben) de hele dag vrij.
Haar moeder (moeten) werken.
Madelief (willen) wel met haar moeder mee.
Haar moeder (waarschuwen) haar wel.
Ze (moeten) de hele dag in de auto zitten.
De moeder van Madelief (bezoeken) een heleboel mensen.
Dat (zijn) haar werk.
Madelief (mogen) niet bij de klanten mee naar binnen.
Maar Madelief (vinden) het best leuk.
Soms (zijn) moeder maar even weg, soms juist heel lang.
Madelief (spelen) met de kinderen uit de buurt.
Helaas (maken) de regen het spelen na enige tijd onmogelijk.
Madelief (kunnen) de auto niet meer uit.
Maar ze (vinden) het niet erg.
Ze (gaan) achter het stuur zitten.
Ze (weten) alles van autorijden af.
Ze (kunnen) later best chauffeur worden.
Het sleuteltje (zitten) nog in het contactslot.
Madelief (draaien) het sleuteltje een klein eindje om.
De ruitenwissers (doen) het al.
De lampen (doen) het ook.
Met trillende vingers (draaien) ze het sleuteltje verder om.
De auto (maken) plotseling een sprong vooruit.
Madelief (stoten) haar hoofd hard tegen het stuur.
De auto (staan) stil.
Moeder (komen) net naar buiten.
Ze (schuiven) achter het stuur.
Moeder en Madelief (gaan) weer verder.
Gelukkig (hebben) moeder niets gemerkt.
Madelief (voelen) aan haar voorhoofd.
Dat (worden) een stevige bult!
Eigen schuld, dikke bult!